Mij wordt geregeld gevraagd wat nou beter is, kalotjes of draadbeschermers. Het antwoord is dat ze allebei prima zijn, het is vooral een verschil in voorkeur. In beide gevallen wordt de draad beschermd en het knijpkraaltje verwerkt.
Toen ik een dikke 10 jaar geleden begon met sieraden maken, was de afwerking met kalotjes het meest standaard. Ik heb daar zelf ook nog altijd de voorkeur voor, voor mij het het handigste in gebruik. Door het open oogje kun je ook gelijk het slotje of ringetje bevestigen.
Een eventueel nadeel kan zijn dat je meerdere kettingen afwerkt en dat de bolle kanten van de kalotjes elkaar in de weg zitten en het sieraad niet mooi hangt.
Draadbeschermers
Afwerking met draadbeschermers kwamen een paar jaar later in zwang. Door de vorm van het hoefijzertje beschermt het de draad inderdaad, het slijt niet door. De sterling zilveren draadbeschermers zijn ook voordeliger dan kalotjes, omdat het minder materiaal is. Lichter van gewicht betekent voordeliger in prijs.
Het nadeel van draadbeschermers vind ik dat je er eigenlijk altijd een knijpkraalverberger bij moet gebruiken. De platte knijpkraal is het zicht is niet zo mooi en bovendien prikt het, juist in de nek.
Dat zijn dan dus 2 handelingen, waar je het met een kalotje met één af kan.
Draadbeschermers bieden ook iets meer zekerheid bij het maken van een armband, dan kan het oogje niet open gerukt worden als je armband ergens achter blijft haken. Aan de andere kant, het valt of staat met de stevigheid van de knijpkraal.
Tip knijpkraaltjes verwerken
Als extra versterking maak ik van het overstekende stukje staaldraad een soort haakje. Je knijpt de knijpkraal vast en als je het resterende stuk staaldraad afknipt, laat je zo’n 3 mm zitten. Die buig je terug over de knijpkraal en knijpt dit extra aan met de platbektang. Nou kan de draad in elk geval niet meer zomaar losschieten uit het knijpkraaltje!